Mooie schaatsen had ik als aankomende puber. Van die witte kunstschaatsen met lange witte veters. Slechts één keer heb ik een poging gedaan om er ook daadwerkelijk op te schaatsen. Al na een minuutje of 10 kwam ik tot de conclusie dat schaatsen geen onderdeel zou gaan uitmaken van mijn leven.
Ik pletterde vrijwel iedere microseconde op mijn toen nog niet zo grote achterwerk en kreeg intens kouwe voeten in die dingen. En knellen die krengen! Nog een lange tijd heb ik plezier gehad van die mooie witte schaatsen. Ik knoopte de veters aan elkaar en hing ze om mijn nek en ging met een uitgestreken bek in de tram zitten. Iedereen zou wel denken dat ik kilometers af ging leggen op die prachtige ijzers!
Aangekomen in het park wandelde ik met de bungelende schaatsen en een interessant smoel langs al die ijspret hebbende idioten op het bevroren water. Beetje meewarig keek ik dan naar het ijs om de indruk te wekken dat de kwaliteit daarvan ver beneden peil was voor een kunstrijdster van mijn niveau.
Voor mij beslist geen wintersport.