Categoriearchief: Thuis

Hatha Yoga

Wanneer het plan ontstaan is weet ik niet meer maar het zal ongetwijfeld na een flesje wijn geweest zijn. In ieder geval togen Vriendin en ik op een zonnige zaterdagmorgen richting een proefles Hatha Yoga. Tenslotte hoor je van alle kanten dat je daar zo heel erg ontspannen van raakt. In het zaaltje was het warm, erg warm en onze oogjes prikten een beetje van de wierooklucht. Nu niet zeuren maar doorzetten! Zachte en ietwat onduidelijke muziek zoemde door de lucht. Voortdurend had ik het idee dat er ergens een mobiel met een vreemde ringtoon lag af te gaan. Maar nee, het was de muziek. Vol goede moed zochten wij een plekje voor onze mat. Al na vijf minuten kregen wij de nodige hulpmiddelen aangereikt van de Yogajuf. Grote piepschuimen blokken en zachte ronde kussens. Het was wel duidelijk dat wij die erg nodig hadden want onze ledematen bleven niet als vanzelf in de lucht zweven maar ploften met doffe klappen steeds terug op onze matjes. Dit in tegenstelling tot de ledematen van de Yogamevrouw die zo dun en zo lenig was dat ze nimmer haar huissleutel mee hoefde nemen omdat ze door het eerste de beste openstaande bovenlichtje met gemak naar binnen kon.
De piepschuimblokken mochten ook niet baten want zelfs die bleven onbereikbaar ver weg. Later zagen Vriendin en ik die paarse blokken te koop staan bij de Xenos (slechts 0,95 cent per stuk) en als vanzelf gingen wij ook toen nog een beetje hyperventileren. Maar dat terzijde.
Na een uurtje puffen, zweten en vooral net doen alsof kwam het moment dat wij geacht werden om, balancerend op onze linkervoorvoet, onze rechterteen in onze vagina te stoppen. “Dit kan geen nut hebben” dacht ik. Zelfs als je jeuk hebt zijn er simpeler manieren om te krabbelen. Uiteindelijk mochten wij de laatste 10 minuten op onze matjes liggen met de oogjes dicht en vooral ontspannen. Zoals Vriendin later zei: “Dat was wel lekker. Dat vond ik wel wat, die laatste 10 minuten.”
Bij het weggaan keken wij elkander wat onzeker aan en beloofden de Yogajuf om vast nog eens terug te komen. Vast, we komen vast nog eens terug. Alleen niet dit jaar en volgend jaar ook niet en het jaar daarop ook niet.
Want de agenda’s van Vriendin en mij zitten zo vol. Zo ontzettend vol.
Met leuke dingen. En die zijn ook heel erg ontspannend.

Dromen

Dromen doen we allemaal. Al is het van de hoofdprijs in de loterij. Maar dromen doen we allemaal. Ik word maar heel zelden wakker met de dromen van die nacht nog in gedachten. Ze waren er wel maar ik weet ze niet meer en beleef ze ook niet als ‘echt’.
De Man hier in huis droomt zeer levendig. En als ik zeg zeer levendig dan bedoel ik zeer levendig. Het leukt de nachten behoorlijk op. Helaas droomt hij nogal vaak dat hij midden in een forse knokpartij zit. Dit tot groot verdriet van de poezen die de nodige schoppen krijgen en met een boog van het voeteinde verdwijnen. Soms is het gevecht zo heftig dat ook ik een knal krijg. Aangezien ik hierop bedacht ben maak ik hem vaak voor die tijd wakker.
“Wattis ur? Ik had die kl..tzak net te grazen” hoor ik dan. Hij draait zich om en valt weer terug in het gevecht. Maar de benen schoppen vervolgens de andere kant op en daar was het om te doen.
Een poosje geleden lag De Man op zijn rug en zijn benen deden alsof zij stevig aan het hardlopen waren. Het hele bed schudde heen en weer. Toch maar even wakker maken. “Potjandomme, was ik net bijna al die kleine K..T hardlopers voorbij. Ik lag VOOR en ging die marathon winnen” mopperde de man en donderde weer in slaap.
Afgelopen nacht werd ik wakker van gemompel. De Man steekt hele verhalen af in zijn slaap dus dat was niks nieuws. Aansluitend aan het gemompel trok hij met een ruk het kussen onder mijn hoofd vandaan. Nog net kon ik mijn hoofd opzij trekken anders was mijn nieuwe coupe “sans couleur” ook even met het kussen mee uit de hoofdhuid getrokken. Ik geef hem een flinke duw en gris mijn kussen terug.
“Ja, die hond had Tommy te pakken maar ik had hem mooi in zijn nekvel” riep de dromer.
Ach, zo hebben we allemaal wat. Ik snurk. Maar dan alleen op mijn linkerzij.
Echt dromen doe ik alleen overdag. Van die hoofdprijs in de loterij bijvoorbeeld.

Comazuipen

Gelukkig ben ik niet jong meer. Het lijkt me helemaal niks om vandaag de dag jong te zijn. Je zult maar op je twaalfde weten dat je nog zes jaar naar school moet. Nou, ik zoop mezelf ook ieder weekend in een coma. Zeker weten. Dat is toch geen leven. En nu willen ze dat comazuipen ook nog gaan aanpakken. De jeugd blijkt een alcoholprobleem te hebben. Jonge volwassenen vanaf 10 jaar belanden zo af en toe eens in het ziekenhuis vanwege overmatig drankgebruik. Voordeel van volwassen worden is dat je weet wanneer je moet stoppen. Je gaat het moment herkennen dat je toch echt nee moet zeggen tegen nog een glaasje. Dat moment komt als je van mening bent dat er drie mensen die heel erg op elkaar lijken allemaal tegelijk vragen of je er nog eentje wilt. Hoogste tijd om op te stappen.
Alcohol is een lelijk ding als je er niet mee om kunt gaan. Ik kom uit een familie waar stevig gedronken werd. Mijn oma had haar eigen jeneverfles naast de stoel staan. Er zat een mooi jurkje of jasje omheen zodat nog enigszins verborgen bleef dat het hier jonge jenever betrof. Ze maakte die jasjes en jurkjes zelf. De visite kreeg regelmatig ingeschonken maar dat ging haar niet snel genoeg en dus had ze de smoes verzonnen dat ze liever geen jenever uit de koelkast dronk. Ze was niet zo dol op kleine kinderen (van wie zou ik dat hebben?) en als er een zooi peuterkleinkinderen op bezoek waren die teveel lawaai maakten dan konden we kiezen uit een brandwijntje met suiker of een glaasje advocaat (met slagroom). Werden we rustig van. Ik kan je deze methode van harte aanraden. Het is de oplossing om kinderen lekker rustig te krijgen.
Daarom snap ik niet dat we de jeugd niet wat vroeger gaan wennen aan alcohol. Vanaf de peuterspeelzaal rumbonen gaan voeren en op de lagere school een scheutje aardbeien- of bananenlikeur in de melk. Drukke kinderen krijgen een tweede portie. Waterijsjes gaan we ook met likeur maken. Heerlijk !
De schatkist zal er wel bij varen. Want dat is het echte grote probleem met alcohol. Je wilt misbruik en ongelukken tegengaan maar het levert zoveel centjes op en die wil je ook niet mislopen. Politiek is heus zo simpel nog niet. En ouder zijn al helemaal niet. Kom je ’s morgens de kamer van je 11-jarige godenkind binnen en dan knal je tegen zo’n muur van kroeglucht op. Wat doe je dan? Verbieden is ook zo wat. Je wilt toch ook dat ze jong zijn en plezier hebben?
En bovendien heb je ’s avonds wel wat anders aan je hoofd dan alweer een spetterende ruzie over hoelaat-metwie-waar-en-wanneer enzo.
Nu heb ik wel een ideetje om de jong-en-lui die na hun 18-de verjaardag niet meer naar school willen en geen werk kunnen vinden (want geen diploma) eens wat nuttig bezig te houden. Laten we voor deze groep eens een sociale dienstplicht van een jaartje of twee overdenken. Het is maar een voorstel hoor!
Twee jaartjes werken in de gezondheidszorg. Zat te doen want ze komen aan alle kanten handjes tekort. Je leert het leven ook eens van een andere kant bekijken, krijgt er een zakcentje voor en maakt veel mensen blij. Bijkomend voordeel is dat je na een paar dagen te moe bent om nog mee te gaan met comazuipen.
Slecht plan zeker. Ja, dat dacht ik wel.